Insecten in de bodem

Insecten in de bodem

We zien steeds meer overlast veroorzaakt door insecten die ook in de bodem verblijven. We willen drie soorten en de aanpak bespreken.

Emelten

Emelten veroorzaken vooral schade in het gazon. Het zijn larven van de langpootmug die boven de grond komen om te eten, waardoor ze de groene delen consumeren. Hierdoor ontstaan kale plekken in het gras, omdat het gewas boven de grond verdwijnt en de wortels afsterven.

De langpootmug legt tot 400 eitjes in de grond tussen juli en september. Na 15 dagen komen de eitjes uit en hebben we dus emelten. De emelten overleven als larve de winter en verpoppen zich in de zomer, waarna de langpootmuggen na drie weken uitkomen en de cyclus opnieuw begint.

Het beste moment om aaltjes in te zetten is wanneer de emelten jong zijn, dus van juli tot augustus, totdat de temperatuur te koud wordt voor de aaltjes. Tegen emelten gebruiken we Steinernema feltiae, die actief zijn vanaf 10 graden bodemtemperatuur. De dosering is 1 miljoen aaltjes per m².

Engerlingen

Engerlingen zijn de larven van langsprietkevers met een levenscyclus van een paar jaar. Ze veroorzaken schade door aan de wortels van planten te vreten, wat leidt tot uitval.

Langsprietkevers leggen hun eitjes in de grond, en in juli-september bevinden de engerlingen zich dicht aan de oppervlakte, wat hen gevoelig maakt voor bestrijding met aaltjes. Voor bijvoorbeeld de meikever, met een levenscyclus van 3-4 jaar, betekent dit dat alleen in het eerste jaar de engerlingen goed te bestrijden zijn met aaltjes. Tegen engerlingen gebruiken we Heterorhabditis bacteriophora. De dosering is 1 miljoen aaltjes per m².

Mobium

Mobium is een larvestadium van de gegroefde lapsnuitkever, ook wel taxuskever genoemd. Bij de taxuskever veroorzaken zowel de volwassen kever als de larve schade aan planten. Mobium vreet aan de wortels terwijl de kever aan de bladeren knabbelt.

De eitjes van de gegroefde lapsnuitkever worden gelegd in de periode juli-oktober. Na uitkomst worden de larven actief en overleven ze de winter als larve. Ze worden weer actief bij hogere temperaturen, verpoppen zich en ontwikkelen zich tot kever.

De beste bestrijding met aaltjes vindt plaats in de periode augustus-oktober, tot de bodemtemperatuur zakt onder de 10 graden. Tegen mobium gebruiken we Heterorhabditis bacteriophora met een dosering van 1 miljoen aaltjes per m².

Voor het toedienen van aaltjes is het belangrijk dat er voldoende vocht in de bodem is, omdat aaltjes zich verspreiden via het bodemvocht. Ook is het belangrijk dat de bodem gedurende een periode van acht weken na toediening voldoende vochtig blijft.